Veilig werken in de nacht - een vervolgonderzoek

Uit eerder onderzoek van het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) bleek dat in bepaalde sectoren relatief vaker een ongeval in de nacht gebeurt en dat ’s nachts andere typen ongevallen gebeuren dan overdag. Ook blijkt uit de internationale literatuur dat de kans op een arbeidsongeval 's nachts iets groter is dan overdag en dat dit onder andere door vermoeidheid zou kunnen komen. Het RIVM heeft nu een vervolgonderzoek gedaan waarbij voor de Nederlandse praktijk is verkend welke maatregelen mogelijk en haalbaar zijn om veilig nachtwerk te bevorderen.

Methode & analyse

Dit onderzoek bestond uit drie onderdelen. Allereerst is gezocht naar informatie over nachtwerk in Arbocatalogi van verschillende Nederlandse sectoren. Hierbij zijn sectoren geselecteerd waarin relatief veel in de nacht gewerkt wordt en waar ook arbeidsongevallen voorkomen. Ten tweede is bestaande literatuur over veilig werken en vermoeidheid in de nacht bestudeerd. Op basis van de Arbocatalogi en de literatuur is een lijst gemaakt met mogelijke maatregelen om veilig werken in de nacht te bevorderen. Tot slot zijn kennishouders uit elf relevante Nederlandse sectoren geïnterviewd.

Op grond van dit onderzoek zijn vier aanknopingspunten geformuleerd waarmee bedrijven en sectoren zouden kunnen starten als zij het veilig werken in de nacht willen bevorderen. De toepasbaarheid en zinnigheid van deze aanknopingspunten moet in de context van specifieke sectoren of bedrijven beschouwd worden.

  1. Vermijd nachtwerk waar dat kan, ook in de keten:  Nachtwerk is soms, maar niet altijd noodzakelijk. 

  2. Werk aan inzicht in de eventuele risico’s bij nachtwerk:  De risico’s van werk zijn veelvormig en hangen onder meer af van het werk, de taken, de techniek en het gedrag op de werkvloer. Het is raadzaam om in kaart te brengen welke rol nachtwerk daarbij speelt. 

  3. Gebruik de beschikbare informatie: Er zijn in dit onderzoek veel suggesties verzameld voor veiliger werken in de nacht. Bedrijven en sectoren kunnen mede hiermee op zoek naar voor hen haalbare maatregelen. 

  4. Onderzoek nader wat werkt in de praktijk: Er is een gebrek aan kennis over de effectiviteit van de verschillende suggesties voor maatregelen. Nader wetenschappelijk en praktijkgericht onderzoek is daarom wenselijk.

Nachtwerk in de literatuur

In het algemeen is er weinig tot geen aandacht voor veilig werken in de nacht in de onderzochte Arbocatalogi. In negen van de 33 bekeken Arbocatalogi wordt over nachtwerk gesproken, echter was dat altijd vanuit een gezondheidsperspectief.

Mogelijke maatregelen 

Op basis van de bestudeerde literatuur zijn maatregelen in kaart gebracht die mogelijk zinvol zijn voor het bevorderen van veilig werken in de nacht. De maatregelen zijn gericht op werkpatronen, waar nachtwerk een onderdeel van is. Er bestaan verschillende werkpatronen die (deels) in de nacht voorkomen. Voorbeelden zijn nachtwerk in een regelmatige ploegendienst en oproepdiensten die in de nacht doorlopen. Deze werkpatronen zijn relevant voor het functioneren van mensen. Als bronnen zijn twee wetenschappelijke overzichtsstudies gebruikt. Deze zijn aangevuld met informatie uit richtlijnen rondom vermoeidheid en veiligheid, bijvoorbeeld afkomstig uit de internationale luchtvaart en de olie- en gasindustrie. De suggesties uit deze bronnen kunnen in vier categorieën worden ondergebracht:  

  1. Risicoanalyse en risicobeheer: Het systematisch herkennen, in kaart brengen en beoordelen van risico’s die verband houden met het werkpatroon.  

  2. Roosters en planning: Het werkpatroon optimaliseren om de mogelijke risico’s daarvan te beperken, bijvoorbeeld door het aantal opeenvolgende nachtdiensten te beperken.  

  3. Proactieve aanpakken: Het voorkomen van risico’s die verband houden met vermoeidheid, bijvoorbeeld via detectiesystemen, aanpassingen aan taken of door de inzet van prestatie-tests.  

  4. Reactieve aanpakken: Het begrijpen van de rol van het werkpatroon nadat er een ongeval of incident heeft plaatsgevonden.  

In onderstaande figuren staan de in de bronnen genoemde suggesties weergegeven per categorie. Daarbij moet opgemerkt worden dat de toepasbaarheid en zinnigheid van de verschillende suggesties in de context van specifieke sectoren of bedrijven beschouwd moeten worden. In de interviews met kennishouders wordt hier verder op in gegaan.  

Risicoanalyse en risicobeheer

Risicoanalyse gericht op veiligheidsrisico's

Risicoanalyse gericht op veiligheidsrisico's die verband houden met het werkpatroon en daarmee samenhangende vermoeidheid.

Toepassen van een management systeem

Toepassen van een 'management systeem' waarmee processen voor het beoordelen van risico's geborgd worden.

Eisen aan contractors stellen

Eisen aan contractors stellen.

Actief betrekken van stakeholders

Actief betrekken van stakeholders.

Roosters en planning

Aanpassingen aan werkpatronen of het ontwerp van roosters

Aanpassingen aan werkpatronen of  het ontwerp van roosters.

Bio-mathematische modellen voor de effecten van roosters

Bio-mathematische modellen voor de effecten van roosters.

Inplannen van pauzes

Inplannen van pauzes.

Veiligheidskritische taken plannen i.r.t. de biologische klok

Veiligheidskritische taken plannen i.r.t. de biologische klok.

Screeningsonderzoek gezondheid

Screeningsonderzoek gezondheid.

Proactieve aanpakken

Werknemers beoordelen hun eigen vermoeidheid

Werknemers beoordelen hun eigen vermoeidheid bijvoorbeeld met behulp van een zelf-assessment instrument.

Inschatten hoe een werknemer heeft geslapen

Inschatten hoe een werknemer voor zijn werk heeft geslapen en/of wakker is geweest.

Metingen met behulp van prestatie-indicatoren

Metingen met behulp van prestatie-indicatoren.

Vermoeidheidsdetectie met behulp van technische systemen

Vermoeidheidsdetectie met behulp van technische systemen.

Nader onderzoek gericht op vermoeidheid en prestaties

Nader onderzoek gericht op vermoeidheid en prestaties van werknemers.

Caffeïne

Caffeïne.

Dutjes

Dutjes.

Toepassing van fel licht in de nacht

Toepassing van fel licht in de nacht.

Zonnebril voor vermijden van blauw licht in de ochtend

Zonnebril voor vermijden van blauw licht in de ochtend.

Voldoende variatie in taken

Voldoende variatie in taken.

Training en onderwijs gericht op vermoeidheid en slaap

Training en onderwijs gericht op vermoeidheid en slaap.

Optimaliseren van accommodaties en woon-werk verkeer

Optimaliseren van accommodaties en woon-werk verkeer.

Checklist voor eerstelijns leidinggevende

Checklist voor eerstelijns leidinggevende om vermoeidheid te herkennen.

Aanpassingen aan taken en werkplekken

Aanpassingen aan taken en werkplekken om een mogelijk effect van vermoeidheid op veiligheid te voorkomen.

Reactieve aanpakken

Roosters en vermoeiheid meenemen bij het onderzoeken

Roosters en vermoeiheid meenemen bij het onderzoeken van ongevallen, incidenten of meldingen.

Rapportage systemen voor vermoeidheid

Rapportage systemen voor vermoeidheid.

Hoe effectief zijn deze aanpakken?

Aangezien deze aanpakken worden genoemd in relevante praktische en wetenschappelijke bronnen, is het aannemelijk dat de gevonden suggesties relevant zijn voor veilig werken in de nacht. Verwachtingen over de effectiviteit van deze suggesties in een specifieke context kunnen echter niet worden gegeven. De uiteindelijke effectiviteit van de aanpakken is namelijk beperkt wetenschappelijk onderzocht. Positieve effecten van aanpassingen aan roosters lijken het meest duidelijk aangetoond. Verder wordt in twee recente review-studies gewezen op mogelijke positieve effecten van het inzetten van licht in de nacht, het gebruik van zelf-assessment instrumenten om vermoeidheid in kaart te brengen en ook de potentie van vermoeidheidsdetectie wordt benoemd.

Gebruik in de praktijk

Om meer zicht te krijgen op welke factoren in de praktijk een rol spelen bij veilig werken in de nacht zijn elf interviews afgenomen met kennishouders op het gebied van de arbeidsomstandigheden. Deze kennishouders werken in sectoren waarin relatief veel in de nacht gewerkt wordt en waar ook arbeidsongevallen voorkomen. 

De meeste van deze kennishouders zien een duidelijke samenhang tussen nachtwerk en het risico op arbeidsongevallen. Omstandigheden die daar volgens hun een rol bij spelen zijn vermoeidheid, ongeschikte verlichting, minder toezicht, vrijer werken, alleen werken, slaapinertie (bij oproepdiensten) en sociale onveiligheid. Ook wijzen diverse kennishouders op het belang van ketens van opdrachtgevers en opdrachtnemers waarbij minder gunstige omstandigheden zich bij specifieke groepen werknemers lijken te concentreren, zoals onderaannemers en zzp’ers. Met de kennishouders is vervolgens uitgebreid gesproken over concrete suggesties om veilig werken in de nacht te bevorderen.

Nieuwsgierig naar meer informatie?

Dan verwijzen wij u graag door naar de door ons opgestelde notitie over dit onderwerp.